Diatonic vs Non-Diatonic
Zonder dit in detail te beschrijven is het belangrijk om te weten dat er ook andere soorten toonladders zijn die niet op deze manier werken. Het meest eenvoudige is om hierbij een onderscheid te maken tussen diatonische en niet-diatonische toonladders.
Diatonisch: De majeur- en mineurtoonladders zijn diatonisch omdat we telkens gebruik maken van een combinatie van hele en halve noten. Meer nog: we zien dat we voor beide toonladders telkens vijf hele tonen en twee halve tonen gebruiken als interval. Je weet ondertussen dat we dankzij die intervallen zeven verschillende tonen kunnen afleiden uit één octaaf. We kunnen diatonische noten ook bekijken als noten die voorkomen ‘in toonsoort’.
Niet-diatonisch: Hier is het omgekeerd: in niet-diatonische toonladders worden sommige noten gezien als niet 'in toonsoort'. Ook zijn de intervallen niet hetzelfde zoals deze hierboven. Als voorbeeld hiervan is er de chromatische toonladder. Het interval tussen elke noot ligt een halve toon uit elkaar. Op die manier krijgen we twaalf noten (per octaaf) in plaats van zeven. Evenzo is er de hexatonische toonladder. Die werkt met hetzelfde interval van telkens een hele toon. We krijgen dus zes noten per octaaf.
Ook pentatonische toonladders (vijf noten) worden vaak gebruikt. Deze toonladder bevat geen halve stappen als interval waardoor een pentatonische toonladder niet gezien wordt als een diatonische toonladder. Als je echter de pentatonische C-toonladder (met C, D, E, G, A) speelt bovenop de C-majeurtoonladder, zouden de noten diatonisch zijn omdat deze noten binnen de toonladder van C-majeur te vinden zijn.
Hoewel er verschillende toonladders bestaan, concentreren we ons in deze cursus vooral op de majeur- en mineurtoonladders. Die zullen nadien de basis vormen voor het begrijpen van andere toonladders. Alles dat we tot hiertoe geleerd hebben vormt een stevige basis om aan de slag te gaan met akkoorden.
Daarbij is het belangrijk om te weten dat er een verschil is tussen een noot (of toon) en een akkoord. Een akkoord bestaat in principe uit een samenspel van minimaal drie afzonderlijke noten. In het volgende deel ontdek je eerst hoe je zelf een majeur- en mineurakkoord kan vormen. Nadien gaan we op zoek naar de verschillende akkoorden binnen een majeur- en mineurtoonladder.