What is the Circle of Fifths?

De kwintencirkel is een manier om de relaties tussen de twaalf noten van de chromatische toonladder (of de twaalf verschillende noten) op een visuele manier voor te stellen. Het is een concept dat al eeuwenlang bestaat en waar muzikanten regelmatig gebruik van maken.


Je kan het bekijken als een manier om muziektheorie eenvoudig te visualiseren. Zelfs zonder basiskennis van muziektheorie kan je - dankzij de kwintencirkel - muzieknummers beter begrijpen en makkelijk je eigen tunes creëren. Het is dan ook de perfecte tool voor elke muzikant!


First things first, misschien vraag jij je al pagina’s lang af waar die naam, ‘de kwintencirkel’ eigenlijk vandaan komt. Het is vrij logisch: beide cirkels op jouw horloge bestaan namelijk uit een opeenvolging van vijfdes of fifths. In de klassieke muziekleer noemen we dat ook ‘een kwint’.


De fifth is dus altijd eenvoudig af te leiden op jouw horloge. Hoe? Door één positie naar rechts te schuiven.


In de omgekeerde richting stellen beide cirkels een opvolging voor van vierdes of fourths. Niet enkel de ‘fourth’ of de ‘fifth’ kunnen we hieruit afleiden. Zo dadelijk leren we om alle noten en akkoorden binnen een majeur- en mineurtoonladder van het horloge af te lezen.


Concreet: wanneer jij jouw horloge probleemloos kan aflezen, ben je in staat om met één blik de juiste noten en akkoorden te vinden binnen gelijk welke familie. En daar stopt het niet! Eens je vertrokken bent en de basis onder de knie hebt, kan je bepaalde variaties doorvoeren en zo jouw horloge op verschillende manieren gebruiken. Hier zullen we op het einde van deze cursus dieper op ingaan.


Dankzij de geleerde theorie zal je snel begrijpen hoe jouw horloge werkt. Ik wens je alvast ontzettend veel succes! Bij onduidelijkheden kan je altijd terugbladeren naar de basis van muziek.

FacebookInstagramLink

De essentie: de majeur- en mineurcirkel

Wanneer je kijkt naar de kwintencirkel valt het direct op dat het bestaat uit twee cirkels. Zo is er de ‘buitencirkel’ of de majeurcirkel waarop alle letters duidelijk hoofdletters zijn. Een C-majeurakkoord komt dus overeen met een C, een D-majeurakkoord met een D, enzovoort.


Later in dit hoofdstuk voegen we daar nog deze Romeinse cijfers aan toe: I, II, III, IV, V, VI, VII. Hier geldt opnieuw hetzelfde principe: voor majeurakkoorden gebruiken we hoofdletters.


Naast de ‘buitencirkel’ is er ook de ‘binnencirkel’ of de mineurcirkel. Hier draaien we het principe om en gebruiken we kleine letters. Het is daarbij wel belangrijk om te weten dat we C-mineur op verschillende manieren kunnen noteren. Dat kan door ‘c’ te schrijven, maar ook door Cmin of Cm te gebruiken. Laat ons afspreken dat we vooral de eerste manier gebruiken, net zoals op de kleine cirkel van jouw horloge. Ook hier gaan we later aan de slag met Romeinse cijfers, maar dan niet in hoofdletters. Concreet: i, ii, iii, iv, v, vi, vii gebruiken we op de binnencirkel.


Houd dit nog even in het achterhoofd, eerst gaan we leren hoe we de verschillende noten kunnen vinden binnen een bepaalde toonladder. Dit kan jou helpen een melodielijn of solo te componeren.


Nadien gaan we dieper in op de cirkels en gebruiken we bovenstaande Romeinse cijfers voor het vormen van toonladders en bijbehorende akkoorden in majeur en mineur. Ook deze toepassing kan je gebruiken voor het vinden van de juiste noten. Laten we beginnen met de eerste methode.